Straten en locaties Gytsjerk

Nicolaas Jacobs Haisma (Ee 1907 - Tjilatjap 1943) Haisma ging naar de kweekschool in Dokkum. Hij kreeg een studiebeurs voor verdere studie onder de voorwaarde daarna als leerkracht naar Nederlands-Indië te gaan. Al in zijn studietijd toonde hij belangstelling voor de Friese taal en de verspreiding daarvan. Eenmaal in Indië werd hij leraar aan een ulo in Tjirebon op Java. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwam hij in een krijgsgevangenkamp in Tjilatjap terecht. Hier stierf hij aan de gevolgen van difterie.Een van zijn bekendste werken is Peke Donia, de koloniaal Nicolaas Jacobs Haisma

Het laatste uitbreidingsplan van ons dorp kreeg de naam “Oer de Feart”. Het verwijst naar de Sânfeart, die vroeger doorliep naar de Rinia van Nautaweg. Waar nu de toegang is naar deze nieuwbouw, lag voor de demping van het laatste gedeelte van de Sânfeart een brug. Die heette in de volksmond de “Leystrabrêge”, want het pad over de brug liep naar de boerderij van de familie Leystra . De namen van de straten in deze woonwijk kregen heel toepasselijk de namen van alle typische waterovergangen/bruggen, die er zijn of waren  in Fryslân.It lê

Aan deze weg stond/staat een rijtje huizen met rode dakpannen. Het woord hoas - kous in het Nederlands - geeft aan dat het een doodlopende weg is. Oan dizze wei stie/stiet in rychje huzen mei reade dakpannen. It wurd hoas – kous yn it Nederlâns – jout oan dat it in dearinnende dyk is.Tekst Dirk Laverman, Gytsjerk

Bavius Gysbertus Nauta (1721-1798) trouwde in 1762 met Tjitske Rinia (1729 – 1797). Hun zoon, Franciscus Rinia van Nauta was de eerste Nauta die de dubbele naam Rinia van Nauta droeg. Hij was in 1772 advocaat aan het Hof van Friesland en woonde op Poelsicht aan “ de Straatweg van Giekerk naar Leeuwarden “, die later de naam Rinia van Nautaweg kreeg. Bavius Gysbertus Nauta (1721 -1798) troude yn 1762 mei Tjitske Rinia (1729 - 1797 ). Harren soan, Franciscus Rinia fan Nauta wie de earste Nauta dy 't de dûbelde namme Rinia fan Nauta droech. Hy wie yn 1772 advokaat oan

Simke Kloosterman (Twijzel 1876 - Leeuwarden 1938) was schrijfster en dichter. Ze was enig kind van de Friese dichter Jan Ritskes Kloosterman. Simke debuteerde in het Nederlands in De Hollandsche Lelie, maar schreef nadat er in 1898 werk van haar was opgenomen in Sljucht en Rjucht alleen nog in het Fries. Het huis waar ze altijd woonde, is volgens haar testament overgegaan naar een stichting die het Simke Kloostermanhûs in stand houdt. Simke Kloosterman (Twizel1876 - Ljouwert1938) wie skriuwster en dichter. Hja wie iennich bern fan de Fryske dichter Jan Ritskes Kloosterman. Simke debutea

Deze eeuwenoude laan aan beide zijden geflankeerd door bomen, loopt van de Straatweg naar Leeuwarden – nu Rinia van Nautaweg - naar “Buitenrust” en vervolgens naar de GytsjerksterHoeke. Het was vanuit Leeuwarden de route die gebruikt werd door de adellijke families om bij hun states Buitenrust, Sjoerdastate en Poelsicht te komen. Dizze iuwenâlde leane oan beide kanten flankearre troch beammen, rint fan de Strjitwei nei Ljouwert – no Rinia van Nautaweg – nei “ Buitenrust ” en dêrnei nei de GytsjerksterHoeke. It wie út Ljouwert wei de

NoordOostelijk van deze straat bevond zich vroeger SjoerdaState. In 1511 komen we de naam Lijwe Sijorde tegen en in 1640 wordt Sytske Binnes Sjoerda vermeld als eigenaresse.Een tijdlang woonde haar dochter met echtgenoot raadsheer Hartesius Iepema op SjoerdaState. In 1850 werd de state afgebroken, ook verdween de boomgaard en door het kappen van alle bomen is er niets meer dat herinnert aan deze state.We weten wel dat Sytske Binnes Sjoerda de Hervormde Kerk avondmaal zilver heeft geschonken, dat bovendien nog steeds bewaard wordt. NoardEastlik fan dizze strjitte wie eartiids SjoerdaState. Yn

Het dorp lag van oorsprong iets westelijker dan nu. Het centrum van het dorp lag rond de Martinuskerk. Deze kerk uit de 12e eeuw staat aan de Canterlandseweg en is een overblijfsel van het oude dorp. Ook de buurtschap Giekerkerhoek stamt uit die tijd. Van oorsprong liep er nog een pad van de kerk naar een kosterswoning en een school. De plaatsnaam zou verwijzen naar de oprichter of eigenaar van de kerk, ene 'Gye'. In 1439 werd de plaats vermeld als 'Gheszerka', in 1511 als Geekerck(e) en in 1580 als Ghietercke. Aan een oudere vermelding als Ghetzercka in 1242 wordt aan de echtheid ervan

It wie yn 1964 hat dizze nijbou de namme Suder Spaerlân krige. Liket dy namme Suder Spaerlân yn earsten in wat frjemde beneaming, it docht dochs bliken dat it in hiele tapaslike namme is. It Noardlik -  en it Suder Spaerlân wiene eartiids boulannen,  dy’t oan ‘e noardkant en súdkant fan ‘e Canterlânswei leine. Oant it ein fan de njoggentjinde ieu  hie  lâneigneresse Geertruida  Rinia van Nauta *) fan moade yn ‘e Trynwâlden  lân op te dielen en dat as stikken boulân te ferhieren oan m

Ulbe van Houten (Boksum 1904 – St Anne 1974) was onderwijzer.Van Houten werd in 1922 onderwijzer op de christelijke lagere school te Sint Annaparochie. In 1946, na de oprichting van de christelijke ULO, werd hij leraar in onder andere godsdienst, Nederlands en Engels. Van Houten heeft 47 jaar – tot 1969 - les gegeven op die school. Ter nagedachtenis aan zijn overlijden werd een christelijke lagere school' in Sint Annaparochie naar hem genoemd. Ulbe van Houten (Boksum 1904 – St Anne 1974) wie ûnderwizer.Van Houten waard yn 1922 ûnderwizer op de kristlike leger

De namen van de Frisiusstritte en Van Meijerstrjitte verwijzen naar twee adellijke families in Gytsjerk. Ze bewoonden en waren eigenaar van de state “Poelszicht” en het buitengoed “Buitenrust”.Er ontstond een familieband, toen enkele huwelijken wederzijds zorgden voor verwantschap.In 1738 werd Dr. Franciscus Frisius (1659-1744) - oudste Advocaat voor het Hof van Friesland en Gecommitteerde ten Landsdage - eigenaar van de state Poelzicht. Ook was hij al sinds 1722 eigenaar van het "buitengoed" Buitenrust, een huis gelegen ten westen van Poelsicht. Daarna, in 1744, is zij

Waling Gerrits Dijkstra (Froubuorren 1821 — Holwert 1914) was dichter en voordrachtskunstenaar. Hij kwam uit een bakkersfamilie en publiceerde al voor hij achttien jaar was enkele Friese ballades in de Friesche Almanak van G.T.N. Suringar. Dykstra liet zich met name inspireren door Friese volksverhalen en gedichten die vanaf 1834 werden gepubliceerd door Eeltje en Joost Hiddes Halbertsma. In 1861 vestigde hij zich als zelfstandig boekhandelaar in Holwerd. Van 1860 tot 1885 was hij 's winters haast elke avond ergens in de provincie om voordrachtsavonden te geven - de zogenoemde Fr&ici